Dieren

Jij bent ongetwijfeld een echte dierenvriend! Maar weet je ook van welk dier volgende uitspraken komen? Duidt bij elke vraag het juiste dier aan.

1. Ik heb geen tenen maar hoeven. De smid brengt hoefijzers op mijn hoeven.

2. Van mijn vacht kan je een lekker warme wollen trui breien.

3. Ik ben moeke hen, een echte moederkloek. Samen met vake haan beschermen we onze kuikentjes.

4. Ik heb kleine ogen, dikke billen, een korte staart en een platte snuit.

5. Ik heb 4 magen en ik herkauw.

6. Ik ben een edel dier. Daarom spreek je van hoofd, mond en benen in plaats van kop, muil en poten.

7. Van de haren op mijn rug maken ze verfborstels.

8. Ik was me niet met water, maar met zand.

9. Ik ben een ooi, mijn man is een ram en samen hebben we twee schattige lammetjes.

10. Van mijn melk kan je heerlijke zuivelproducten maken.

11. Ik ben een merrie, mijn jong is een veulen en mijn man is een hengst.

12. Ik ben een vogel want ik heb veren en leg eieren. En met mijn bek pik ik lekkere graantjes.

13. Mijn man is een beer, ik ben zijn zeug en volgende maand verwachten we 10 biggetjes.

14. Ik leef het liefst in een kudde.

15. Mijn jong is een kalf en mijn man is een stier. Samen behoren we tot de familie van de runderen.

De kwis zit er op!